homeFortrijnauwen.nl

 

Fort Rijnauwen fusilladeplaats in de 2e wereldoorlog

Mevrouw Mia Lelivelt, gezeten in een rolstoel, vertelt:

Vanaf het begin van de herdenkingen kom ik naar de plek waar mijn vader, Martin Lelivelt, op 25 juli 1944 is doodgeschoten. Mijn vader en ik zaten allebei in het verzet. Door verraad werd hij op 20 april 1944 thuis opgepakt. Ik was toen 19 en de Duitsers hadden niet door dat ik ook in het verzet zat. Ik was immers een jong meisje.

Toen de Duitsers bij ons huis kwamen moest ik eerst nog 2 onderduikers verstoppen. Mijn vader en mijn jongere broer werden in aparte kamers aan een kruisverhoor onderworpen. Omdat ik Duits verstond wist ik wat er gezegd werd. Toen ik ook werd ondervraagd zei ik: ‘Degene die jullie zoeken leven niet van lucht en liefde alleen’. Dat vonden ze niet leuk.

Mijn broertje had inmiddels door de tuin kunnen ontsnappen, maar mijn vader werd meegenomen naar kamp Vught.

Zes weken later kregen we bericht dat hij op fort Rhijnauwen was doodgeschoten.” Het is even stil. Dan vervolgt mevrouw Lelivelt: “Deze momenten blijven altijd pijnlijk.

Vroeger moest het bezoek altijd worden aangevraagd omdat het fort van defensie was. Je werd dan opgehaald door militairen. Zij begeleidden je naar de fusilladeplaats, waar toen nog de kruisen stonden waaraan de ter dood veroordeelden werden vastgebonden.

 


 

Zaterdag 18 mei 2024. Voor 6 van onze landgenoten, 6 studenten uit Delft, zou die 18e mei 1943 de laatste keer zijn dat ze de zon hebben zien opkomen, om hem nooit meer te zien ondergaan. Ze gingen zelf ten onder. 

Piet Huurman, Menko König, Willem Pahud de Mortanges, Okke van der Plas, Eddy van Raalte en Adriaan Smit zouden die ochtend worden terechtgesteld op het binnenterrein van Fort bij Rijnauwen. Zij hadden hun leven geriskeerd door toe te treden tot het verzet met een duidelijk gevaar voor eigen leven, maar met de opdracht om dat te doen wat binnen hun mogelijkheden lag om anderen te redden en het de bezetter zo lastig mogelijk te maken om mensen en goederen naar het oostfront weg te voeren.

Zij waren tijdens hun verzetsdaden in contact gekomen met ene Anton van der Waals die met gelikte woorden het toch gelukt was hun sympathie te winnen. Wat de zes studenten niet wisten, was dat hij handelde uit naam van de Duitsers. In Rotterdam, op een adres aan de Heemraadsingel, werden zij op 9 maart 1943 in de val gelokt. Na een periode van gevangenschap werden ze in de gevangenis aan de Gansstraat in Utrecht ter dood veroordeeld. Het vonnis werd voltrokken in de vroege ochtend van de 18e mei 1943.

Voor de lezer, ook toen, een bericht dat je misschien even doet huiveren, maar die huivering al weer snel kwijt bent. Voor nabestaanden is dat totaal anders. Door alle generaties heen wordt dit grote verdriet meegedragen en doorverteld. 

Ook dit jaar weer. Van de zes jongemannen, allen tussen de 22 en de 25 jaar, waren een kleine twintig nabestaanden dit jaar op 18 mei naar Fort bij Rijnauwen gekomen om hen te gedenken. 

Hun namen staan vermeld op de stenen van het monument op Fort bij Rijnauwen, in de sociëteit van de Delftste Studenten Sociëteit, maar ook in de hal van het advocatenkantoor dat nu in het pand aan de Heemraadsingel in Rotterdam is gevestigd. Opdat wij hen nooit vergeten!

Artikel kun je hier lezen.


 

Lees verder: NSB-kamp na de bevrijding